Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En als zij [daar] [75]een tijd [lang] [76]vertoefd hadden, lieten hen de broeders [wederom] gaan [77]met vrede, [78]tot de apostelen. 75. Dat is, een zekeren en geruimen tijd; hfdst.18 vs.23. 76. Grieks gemaakt hadden; dat is, verbleven waren. Zie Jak.4:13. 77. Dat is, met verlof van de broeders, en met toewensing van allen zegen en geluk. Hebreen. 78. Namelijk naar Jeruzalem, waar nog enige apostelen waren.